Zo luidt de titel van een oud liedje "Naar de bollen" van Louis Davids
Maar waar vind je die in deze tijd van het jaar?
Er is een plaats waar je ze het hele jaar door vindt.
Juist: in "Den Bol" natuurlijk!
Dus op naar Den Bol (beter bekend als Den Bosch, maar zoals Joëlle al een keer opmerkte: "Waar is het bos dan?Je ziet het nergens")
Maar er zijn wel bollen, heel veel zelfs!. "Bossche bollen" wel te verstaan.
Dus met spoed naar de Bossche bollen. Die van Jan de Groot natuurlijk.
"Hoe zou zo'n man er uitzien?" ; vraag je je dan af.
Maar wanneer je zijn winkel ziet, dan zou hij beter Jan de Klein kunnen heten. Een veel te kleine ruimte voor horden lekkerbekken.
Die "lekkerbekken" kun je wel letterlijk nemen: Je hoort zo'n ding met de handen te eten. Dat je daarna een bruine kin en een witte snor hebt, moet je op de koop toe nemen...
Rita speelt vals. Ze gebruikt vork en mes!
|
Ook dit keer troffen we zonderlinge zaakjes aan:
Dit stond bij een kapperszaak. Dat is op zich al hilarisch, maar ik moest ook denken aan een markante spreuk:
"Het is beter te wonen op een hoek van een dak, dan in een huis met een twistzieke vrouw." (Spr. 25:24) .
Al Bossche bol etend zagen we een busje komen met :
Hey Bas, zijn dit geheime nevenzaakjes van je?
Na de Bossche bollen rolden we terug naar het station,
en kwamen we thuis behouden aan :-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten